2 oktober 2025
’s Morgens vertrekken jonge mannen uit heel Bujumbura zachtjes zingend of fluitend met grote lege jerrycans schuin omlaag naar een van de waterputten. Je ziet het aan hun manier van lopen, lichte veerkrachtige tred, alsof ze dansen, opgewekt, zonder te dragen gewicht. Na een paar uur keren ze terug met volle bidons, ze torsen 50 tot 80 kilo water over een afstand tot vijf kilometer schuin omhoog in de hitte, voor hun eigen huis en voor de buren, verdeeld over hun twee armen en hun hoofd. Hun stappen zijn nu heel anders, in een laag schuivende draf, over de stoffige onregelmatige met stenen bezaaide grond. Alsof ze rollen blijven schouders en hoofd op één hoogte. Hun gezicht staat strak van het gewicht en fluiten doen ze niet meer. Je ziet al van ver dat er iemand met water loopt. De waterpas is makkelijk te onderscheiden van gewoon lopen.
Eenmaal terug moet er op het land worden gewerkt, keien gekliefd, grond geëgaliseerd, zwaar werk zonder machines. Daarna wordt er gegeten, een keer per dag bruine bonen en maniok met zand en soms wat rijst.
Deze beschrijving is uiteraard niet voor 100% van toepassing op alle jonge mannen; het is een impressie van het straatbeeld en van het dagelijkse leven hier, in de meest welvarende stad van heel Burundi. Er zijn ook andere groepen die zwaar werk verrichten tegen beperkte en vaak onzekere betaling; mannen en vrouwen van alle leeftijden. De vele onmogelijkheden in dit land, die we eerder beschreven, maken niet anders mogelijk.
Hoe hou je in een samenleving met frequente stroomonderbrekingen, al lange tijd geen stromend water, problemen met vervoer en brandstof, gebrek aan werktuigen en weinig voedsel, een samenleving draaiende? En hoe hou je de moed erin? We kunnen Burundezen zeker kansarm noemen.
Vanuit het werk van Kennis zonder Grenzen kijken we ook naar onze lokale zorgpartner in Burundi, het Centre Neuro-Psychiatrique de Kamenge, het landelijke referentieziekenhuis in Bujumbura voor psychiatrie en neurologie. Hoe hou je een ziekenhuis draaiende als de faciliteiten zo beperkt zijn? Buitenlandse hulp is hier door bijvoorbeeld politieke of financiële veranderingen in Europa ook nog gereduceerd. Het vereist moed en uithoudingsvermogen om voor de patiënten de beste en betaalbare zorg te blijven bieden. Vanuit Kennis zonder Grenzen dragen we desondanks nog steeds bij aan zorg, medische opleidingen, specialisatie waar nodig en kwaliteitsimpulsen. Maar basale faciliteiten lopen niet in de pas met de competenties. Zonder elektra kunnen er geen medische hulponderzoeken worden gedaan en de zorgmedewerkers zijn dagelijks teveel tijd kwijt omdat internet niet functioneert. Medicijnen kunnen soms niet worden aangevoerd. Patiënten worden ook niet beter zonder eten en drinken.
Je moet hier het werk organiseren met inefficiëntie als basis. Het dagelijks leven organiseren naast het werk kost ook veel tijd. We schreven het al jaren geleden: zonder armoedebestrijding is ontwikkelen een enorme opgave. Want dan blijft het waterpas. Dat lijkt recht, maar is het niet.